Search Realia

The realia research database can be searched in full text by entering one or more keywords. One of the subject names may be used as a keyword to start with. To limit the number of results, it is possible to set a time frame. After selecting one or more results, the researcher can click on the realia item invoking the browse page on the exact position in the published Realia.

Via a search in the realia researchers may find more hits for the realia subjects. For instance, the subject ‘Banjermassing’ includes 229 results or realia. When a researcher looks for for ‘Banjermassing’, the number of relevant realia is 350. When researchers subsequently click on ‘Date’, these 350 hits will be chronologically ordered. When a researcher clicks on one realia item, for instance the one of 6 February 1660 she will navigate to the time frame of that particular realia. This way of navigating makes it possible to compare the text of the realia  selected with other realia from that particular month or year to check a possible link to other decisions of the Supreme Government, or to take notice of other facts and events around the selected realium. In this case of Banjermassing, researchers will see how that particular realium fits into the context of twenty-two rather randomly selected decisions taken over the years by the Supreme Government on shipments and trading missions in the category of ‘besending’. The same realium, however, is also categorized under Banjermasin.


You searched for: Subject is Hoogen Raad. We found 24 results. hide search form

Date Description Archive Reference Subject
Jan. 4, 1621 Om het maniement van zaaken geduurende de absentie van den Gouverneur Generaal waar te nemen werd een Collegie gecreeerd onder den naam van hoogen Raad tot wier Soulagement een minderen raad werd aangesteld om de dagelijx voorvallende civile en krijgszaken af te doen, 4 Januari 1621. file 854, folios 1241-1246 Hoogen Raad
Hoogen Raad van Justitie. Hoogen Raad
Feb. 24, 1801 Den Burger Groenewald, die volgens sententie van den Hogen Raade van Justitie dd0 9 September 1797, van hier gebannen is, doch uithoofde van gebrek aan gelegenheid nog in ’s Compagnies boeien is gesecureert, gereleveert van dat gedeelte der gem. sententie, waaraan door hem noch niet is voldaan, 24 Februari 1801. Hoogen Raad
March 6, 1801 Nader verklaard, dat ten lasten van Officiers van Justitie, die in de kosten van de door hun R. O. gevoerde procedures bij den Rechter worden gecondemneert, volgens het secreet besluit van den 26 April 1800 niet gebragt kunnen worden eenig salaris bij Commissarissen Secretarissen, gezwoore klerken, en mindere suppoosten van de collegien van Justitie daarin verdiend, 6 Maart 1801. Hoogen Raad
June 23, 1801 Aan den Hogen Raad van Justitie een Extract te laaten afgeeven uit de missive der Heeren Meesters, betrekkelijk de ample macht, die Hoogst dezelve aan deze Regeering gegeeven hebben, onder herinnering, dat het collegie van den Raad, conform Hun WelEdele Hoog achtbe begeerten, ten aanzien van deeze Regeering, steeds moet worden beschouwd als een ondergeschikt ligchaam, en zich in alle opzichten, den loop des Rechts alleen uitgezondert, als zodanig behoord te gedragen, 23 Juni 1801. Hoogen Raad
Dec. 28, 1801 Last aan den Hogen Raad van Justitie van Neêrlands-Indiën om van de door hun van Heeren Meesters te ontfangene missives Copia, zo wel als de onder Cachet volant aan Hoogstdezelve te rescribeerene brieven bij deze Regeering over te brengen, 28 December 1801. Hoogen Raad
Jan. 12, 1802 Bepaald, dat tegen amokspeelders schoon 5 of 6 dagen na het delict geapprehendeerd wordende de plano zal worden geprocedeerd, en zodanig verder zal worden gehandeld als bij besluit van den 6 April 1764 is uitgedrukt, 12 Januari 1802. Hoogen Raad
Jan. 15, 1802 Alle de stukken, opzichtelijk de overgave van het Gouvernement Ternaten te laten afgeven aan den advocaat Fiscaal om bij overkomst van een of meerdere Leden van den politieken raad, aldaar tegen dezelven zijn ambt en plicht te betrachten, 15 Januari 1802. Hoogen Raad
Jan. 19, 1802 De van Java overgezondene stukken omtrend het voorgevallene op de Samarangsche Reede bij het aanweezen van een Engelsch oorlogschip naar derwaards terug te zenden, om aan den Fiscaal aldaar te worden afgegeven ten einde tegens de schuldigen zijn plicht te betragten, 19 Januari 1802. Hoogen Raad
March 16, 1802 De decisie nopens het voorgevallene op de Samarangsche Rhede bij verschijning van het Engelsch oorlogschip the Centerion aan den Hogen Raad van Justitie alhier gedefereert gelaaten en de Javasche ministers gelast alle de daartoe relative stukken in originali over te zenden, 16 Maart 1802. Hoogen Raad
April 2, 1802 Den Hogen Raad van Justitie kennis gegeven datgene kosten voor het recolleeren en beëedigen der verklaringen be­trekkelijk de accusatien door den Raad van Politie te Ternaten tegens den gew. Gouverneur Cranssen in rekening kunnen worden gebragt alzoo dit op last dezer Regeering is geschied, 2 April 1802. Hoogen Raad
July 16, 1802 Gestatueerd dat alle onchristenen wanneer dezelve zonder wettige redenen weigeren voor den Officier van Justitie onder wiens Jurisdictie zij geroepen worden te verschijnen, zullen verbeuren eene boete Van Een Hondert zilvere Ducatons, en bij onvermogen in de Boeien ten overstaan van Commissarissen zullen worden afgestraft doch niet, dan nadat den Officier van Justitie aan zijn President zal hebben kennis gegeven en dezelve het condemnatur zal hebben verleend, 16 Juli 1802. Hoogen Raad
Jan. 13, 1803 Den adsistent Johannes Constantijn Paulus aangesteld tot gezworen tolk bij den Hogen Raad van Justitie, 13 Januari 1803. Hoogen Raad
Jan. 13, 1803 Ingekomen zijnde een Extract Resolutie van den Hoogen Raad van Justitie, te kennen gegeven hebbende den eed prestatie van den gewezen Pakhuismeester Bergman en Schetel, dat de alhier van Java aangebragte 136 stuks koebeesten, 17 stuks gecrepeert zijn, 13 Januari 1803. Hoogen Raad
Jan. 13, 1803 Gepersisteerd bij t besluit van den 24 December a0p0, en mitsdien den Hogen Raad van Justitie gelast de Processtukken in de zaak tusschen ’t officier fiscaal contra den kapitein ter zee en Equipagemeester van Amboina Dirk Varkevisscher Dirksz. bij deze Regeering in copia over te brengen, 13 Januari 1803. Hoogen Raad
Jan. 21, 1803 Ingekomen stukken van den Hogen Raad van Justitie, nopens het voorgevallene met deszelfs medelid Mr Frans van Stipriaan redenen gevende, waarom door Hun Achtbarens aan den voorm. lid van Stipriaan het kussen was te huis gezonden, zoo is goedgevonden de gemelde stukken onder de Heeren Leden te laten rondlezen, 21 Januari 1803. Hoogen Raad
March 25, 1803 Berigt van de EdHr Balje wegens de inkomsten van den Secretaris en gezw. klerk bij ’t collegie van schepenen, zoo is goedgevonden, den Secretaris en gezw. klerk van dat collegie de helft van hun amptgeld te remitteeren, en voorts hetzelve te bepalen voor den Secretaris op rds. 750, en den gezworen klerk op rds. 250 in het jaar, terwijl almede daarentegen is verstaan het amptgeld van den Secretaris en den gezworen klerk ter Secretary van den Hogen Raad van Justitie te verhogen van rds. 800 tot 1175 voor den eerstgemelde, en van rds. 250 tot rds. 375 voor den laatstgemelde, 25 Maart 1803. Hoogen Raad
July 15, 1803 Den Hogen Raad van Justitie en verdere officieren te informeeren, dat Heeren Meesters door plunje kisten en gepermitteerde kisten van herwaards met ’s Comp. eige of ingehuurde schepen uitkomende g’emploijeerdens, een en hetzelve willen verstaan hebben, zodanig dat alle goederen gevonden wordende in kisten, die eigentlijk voor derzelver overvoer niet zijn gedestineerd, moeten worden geconfisqueerd, ten profeyte van de geenen, die daarvan de aanwijzing of de calange doen zal, 15 Juli 1803. Hoogen Raad
Sept. 13, 1803 Ingevolge aanschrijvens van Heeren Meesters, zullen de aangesteld wordende Raade van Justitie des kasteels Batavia den Eed prestoeren, volgens het Formulier van Eede als voor de Raden van Justitie en verdere ambtenaren bij dat collegie aan Cabo de Goede Hoop bepaald is, 13 September 1803. Hoogen Raad
May 1, 1804 De kleding der J**** Dienaren van de Hoofdschout te onderscheiden, met die der bediendens van den Drossaard, 1 Mei 1804. Hoogen Raad